Inhoudsopgave
Het beheersen van een vreemde taal is een fundamentele vaardigheid in een aantal situaties. Het bestuderen ervan kan van pas komen voor verschillende doeleinden, zoals het verkrijgen van betere arbeidsvoorwaarden of hoger onderwijs. Maar voor degenen die willen reizen, is het kennen van ten minste de basiskennis essentieel om de ervaring nog soepeler te laten verlopen: als het gaat om Engels, zijn er bijvoorbeeld een aantal zinnendie elke reiziger moet weten om zich te verplaatsen.
Zie ook: Betekenis van de smeltende emoji verrast; Ontdek waaromWie erover denkt om naar het buitenland te reizen, voor zijn vrije tijd of voor zijn werk, investeert uiteindelijk altijd in de studie van het Engels, dat als wereldtaal wordt beschouwd. Maar om de reis soepel te laten verlopen en de dialoog met buitenlanders zo goed mogelijk te laten verlopen, kan het kennen van ten minste een paar basistaaluitdrukkingen het hele proces veel eenvoudiger maken.
Maar wat zijn deze uitdrukkingen? Om meer te begrijpen, lees je hieronder enkele voorbeelden van Engelse uitdrukkingen die iedereen moet kennen als hij of zij naar het buitenland wil reizen en het goed wil doen.
23 essentiële Engelse uitdrukkingen voor reizen naar het buitenland
Bekijk hieronder 23 perfecte voorbeelden voor wie in het buitenland reist en zich moet redden in een ander land en hun respectievelijke vertalingen naar het Portugees:
Zie ook: 27 liefkozende bijnamen voor vriend en vriendin- Kunt u me laten zien waar het hotel is? "Kunt u me laten zien waar het hotel is?"
- Weet jij waar ik een taxi kan vinden?" "Weet jij waar ik een taxi kan vinden?"
- Pardon, hoe kom ik bij het metrostation? "Pardon, hoe kom ik bij het metrostation?"
- Ik wil graag een kaartje kopen naar het vliegveld, alstublieft. "Ik wil graag een kaartje kopen naar het vliegveld, alstublieft."
- Mag ik het menu zien, alstublieft?" "Mag ik het menu zien, alstublieft?"
- Pardon, ik wil graag bestellen. "Pardon, ik wil graag bestellen."
- Is er een lokale specialiteit?" of "Is er een typisch lokaal gerecht?" of "Is er een lokale specialiteit?".
- Ik wil graag betalen, alstublieft. "Ik wil graag betalen, alstublieft."
- We willen graag de rekening delen." "We willen graag de rekening delen."
- Ik wil graag inchecken, alstublieft. "Ik wil graag inchecken, alstublieft."
- Wat zijn de openingstijden?"
- Hoeveel kost dit? "Hoeveel kost dit?"
- Waar is de kleedkamer?" "Waar is de paskamer?"
- Heb je iets dat goedkoper is?" "Heb je iets goedkopers?"
- Heb je dit in een kleinere/grotere maat?" "Heb je dit in een kleinere/grotere maat?"
- Ik kijk gewoon wat rond. "Ik kijk gewoon wat rond."
- Waar zijn de producten in de uitverkoop?" "Waar zijn de producten in de uitverkoop?"
- Hoe zit het met garantie, is die er voor Brazilië? "Hoe zit het met garantie, is die geldig in Brazilië?"
- Mag ik dit passen?"
- Waar vind ik een bushalte?" "Waar vind ik een bushalte?"
- Een tafel voor één persoon, alstublieft. "Een tafel voor één persoon, alstublieft."
- Ik wil graag mijn steak rare/medium/well done, alstublieft. "Ik wil graag mijn steak rare/well done, alstublieft."
- Weet u waar ik het VVV-kantoor kan vinden? "Weet u waar ik het VVV-kantoor kan vinden?"